De sleur van kerst
Ik ben gevangen in gewoontes, kwam ik laatst achter.
Kerst is de grande finale van een periode waarin Sinterklaas en de kerstman je agenda overnemen en gezamenlijk zorgen voor een overdaad aan schoolactiviteiten en gebroken nachten. Net als je kinderen, loop je al aardig op je tandvlees als de klapper nog moet komen: kerst met de familie.
Traditiegetrouw is het kerstdiner bij ons elk jaar hetzelfde en dit jaar was geen uitzondering. Rollade, een drieluik van aardappelvariaties en veel groente. Het liefst groentes die we de rest van het jaar links laten liggen, zoals haricots verts en spruitjes.
We vierden het hele gebeuren dit jaar bij ons thuis. Houk van. Maar hoe meer we richting de kerstdagen schoven, hoe verder mijn inwendige toerenteller opliep. De drukte in mijn hoofd zwol aan en ik ging opdrachten uitdelen aan mijn omgeving. Volgens mijn man drukte dat nogal de sfeer.
Toen het dan eindelijk zover was, had ik de grootste moeite om van de hele situatie te genieten en het allemaal een beetje leuk te vinden. In mijn veel te dure kerstoutfit stond ik aardappelschijfjes dakpansgewijs in een ovenschaal te fluffen toen ik mij afvroeg waar ik in godesnaam eigenlijk mee bezig was. Deed ik dit omdat ik het wilde? Of omdat het nu eenmaal de gewoonte is? Ik had totaal geen trek in wat ik stond te maken. Het liefst had ik een zak chips opengetrokken en het erbij gelaten. Maar ja, er zat veertien man op mijn Michelin-waardige creaties te wachten, dus die ruimte voelde ik niet helemaal.
Michelin-waardig werd het kerstdiner dit jaar allerminst. Toen ik even later de aardappelgratin als een slagroomsoep met drijvende schijfjes uit de oven haalde en m’n vingers verbrandde aan de groene scharminkels in spekjas die door moesten gaan voor haricots verts, wist ik het zeker: kerst 2025 moet anders. Het is tijd voor nieuwe tradities. Waar iederéén blij van wordt.
Hoe dan? Nog geen idee. Misschien iets met pyjama’s en pannekoeken. Tapas en tosti’s, of een winterbarbecue ofzo. Zolang ik er zelf óók maar een beetje van kan genieten en in aanloop geen kerstzilla word. En dat we eten wat iedereen lekker vindt en waar het woord ‘cots’ niet in voorkomt. Écht samen zijn. Zonder overvolle borden, achterhaalde recepten en klotsende oksels om slagroomsoep. Dát lijkt me pas een traditie.
Comments